Dit jaarverslag is niet compleet zonder de blik ook alvast te richten op 2021. In dit artikel wordt vooruitgekeken naar de onderzoeksprogrammering en naar de ontwikkelingen in de organisatie die wordt verwacht in 2021. Daarnaast vertellen WODC-medewerkers Gerrit, Sanne, Victor, Niels, Leontien, Jennifer, Hans en Willem Jan over hun werk in 2021.

Onderzoek

Op 1 maart 2021 is de onderzoeksprogrammering voor 2021 bekendgemaakt. Daarop staan 46 onderzoeken die in de eerste helft van het jaar van start gaan. Gedurende het jaar komen hier, als resultaat van twee nieuwe uitvraagrondes (april en juli), nog onderzoeken bij. Op onze website staat altijd een actueel overzicht van lopende onderzoeken.

Organisatie

Het jaar 2021 staat voor het WODC in het teken van de reorganisatie. Inmiddels is het reorganisatieplan goedgekeurd en zijn in april 2021 de wijzigingen ingegaan (zie de toelichting in Organisatie). Daarnaast wordt er in verschillende samenstellingen nagedacht en gesproken over de terugkeer naar kantoor, zodra de coronamaatregelen dat toelaten. Daarbij is duidelijk dat dit veilig moet zijn, maar ook dat de voorkeuren van medewerkers door de lange periode thuiswerken wellicht zijn veranderd. We werken dan ook toe naar een vorm waarin thuiswerken en op kantoor werken kan worden gecombineerd, tot het zogenaamde hybride werken.

Gerrit Haverkamp vertelt:
Gerrit videobelt met collega Sanne Noyon

"Caribisch Nederland heeft een ander veiligheidsprofiel dan Nederland. Het zijn kleine gemeenten, maar ze hebben de voorzieningen van grote landen."

Projectbegeleider Gerrit Haverkamp (afdeling Extern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek) heeft verschillende onderzoeken naar het Caribische deel van het Koninkrijk begeleid. Afgelopen jaar stond er toevallig geen onderzoek naar Caribisch Nederland op het programma, maar voor 2021 wel. Haverkamp: “Ik begeleid de evaluatie van de Veiligheidswet BES. Deze wet regelt onder meer de inzet van de politie en de Koninklijke Marechaussee, brandweerzorg, rampenbestrijding en geneeskundige hulpverlening. Caribisch Nederland heeft een ander veiligheidsprofiel dan Nederland. Het zijn kleine gemeenten, maar ze hebben de voorzieningen van grote landen: er is een vliegveld, een haven waar grote schepen aankomen. Daarnaast kunnen de bovenwindse eilanden door orkanen getroffen worden. Dat kan voor grote veiligheidsrisico’s zorgen. Er is niet heel veel materieel en personeel om risico’s het hoofd te bieden, dus daarvoor is samenwerking met andere Caribische eilanden en Europees Nederland nodig. Eerder hebben we daarom onderzoek gedaan naar wat we kunnen we leren van de buren: van Franse, Amerikaanse en Britse eilanden. Hoe bereiden zij zich voor op crises en rampen?” Samenwerking is er ook waar het op onderzoek aankomt. “De onderzoeken in opdracht van het WODC worden uitgevoerd door Nederlandse universiteiten in samenwerking met de Caribische universiteit.”

Sanne Noyon vertelt:
Sanne videobelt met collega Victor

"Nudging wordt steeds meer toegepast in beleid, maar nog niet in migratiebeleid. We kijken waar nudging een goed instrument kan zijn, of welke problemen het kan oplossen."

Sociaal wetenschapper Sanne Noyon begon na haar promotieonderzoek bij het WODC met onderzoek naar migratie. Haar studie-achtergrond komt op een onverwachte manier terug in het onderzoek dat zij in 2021 voor het WODC gaat uitvoeren. Noyon: “Ik werk dit jaar aan een onderzoek naar de toepassing van nudging in migratiebeleid. Ik heb een master consumentenpsychologie, en daarin is nudging een veelgebruikt instrument om mensen op subtiele wijze te stimuleren een bepaalde keuze te maken. Daarnaast ben ik gepromoveerd bij politicologie op publieke opinie over immigratie, en daarmee komen in dit onderzoek deze twee onderwerpen samen. Nudging wordt steeds meer toegepast in beleid, maar nog niet in migratiebeleid. We kijken waar nudging een goed instrument kan zijn, of welke problemen het kan oplossen.” Daarnaast werkt Noyon aan een onderzoek naar de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet. Een specifieke groep mensen die al lang in Nederland is, heeft moeite om aan documenten te komen en kan daarom niet naturaliseren. Noyon: “Het WODC heeft dit in 2015 onderzocht, en ook de Ombudsman en Vluchtelingenwerk hebben er onderzoek naar gedaan. Nu heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om een nieuw onderzoek gevraagd. In het nieuwe onderzoek vatten we de inzichten van het eerdere onderzoek samen en brengen we de kenmerken van de groep in kaart om zo patronen te kunnen zien. Zijn er bepaalde subgroepen, bijvoorbeeld uit specifieke herkomstlanden of leeftijdsgroepen die relatief vaak obstakels ervaren om te naturaliseren? Ook gaan we in gesprek met advocaten, belangenorganisaties en andere experts om onze bevindingen voor te leggen.”

Victor Breton van Groll vertelt:
Victor videobelt met collega Niels Netten

"Ik kijk ernaar uit om elkaar straks weer te kunnen gaan zien en om als mensen met elkaar samen te werken en niet meer als digitale poppetjes.”

Management-ondersteuner Victor Breton van Groll zorgt ervoor dat WODC-directeur Gerty Lensvelt goed de dag doorkomt. Breton van Groll: “Gerty en ik spreken elkaar elke dag om half 9. Dat is nu digitaal. Ik beheer haar agenda; we kijken naar de dag die voor Gerty ligt en we blikken vooruit naar wat de week verder brengt. Ik zorg dat ze de juiste stukken heeft, en vraag die op bij collega’s. We kijken ook naar de jaarkalender: wat moet er gebeuren op de lange termijn? Bijvoorbeeld voor de vergaderingen van het managementteam of de Raad van Advies. Daarvoor voer ik ook het secretariaat.” Breton van Groll komt door de reorganisatie te werken binnen de nieuwe (samengevoegde) afdeling Bedrijfsvoering en Directieondersteuning. Toch is dat niet de grootste verandering in 2021: “De reorganisatie levert mij natuurlijk extra werk op, maar er verandert niet zo veel. Wat ik wel merk is dat mijn blik op thuiswerken pas na een jaar echt aan het veranderen is. Ik was vanaf het begin positief gestemd. Ik moet notulen uitwerken, veel schrijven en ik had niet meer om de haverklap mensen aan mijn bureau. Maar nu verlang ik eigenlijk naar interrupties, koffiemomentjes, menselijk contact. Ik kijk ernaar uit om elkaar straks weer te kunnen gaan zien en om als mensen met elkaar samen te werken en niet meer als digitale poppetjes.”

Niels Netten vertelt:
Niels videobelt met Leontien

"Je wilt kijken of je op basis van de data kunt zien of er over groepen justitiabelen met een bepaalde sociaaleconomische achtergrond systematisch andere strafrechtelijke beslissingen worden genomen."

Niels Netten is wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van toegepaste Artificial Intelligence en een van de dataspecialisten van het WODC werkzaam bij de afdeling Statistische Informatie en Beleidsanalyse (SIBa). Hij houdt zich bezig met de taken rondom datamanagement: “De data die wij krijgen, bijvoorbeeld van het Openbaar Ministerie, controleren en bewerken we op zo’n manier dat ze goed te gebruiken of hergebruiken zijn voor onze eigen projecten en om informatievragen mee te kunnen beantwoorden van andere onderzoekers, journalisten of anderen die dataverzoeken indienen.” Hij leidt daarnaast ook diverse projecten. Zo is hij bijvoorbeeld samen met collega’s van SIBa dit jaar bezig met een kwantitatief onderzoeksproject naar klassenjustitie. Daarin wordt gekeken naar de haalbaarheid van het meten van het begrip klassenjustitie in de strafrechtketen. Netten: “Wij kijken of we analysetechnieken kunnen gebruiken om directe selectiviteit in de strafrechtketen te meten die klassenjustitie kenmerkt, en welke technieken hiervoor geschikt zijn. Je wilt kijken of je op basis van de data kunt zien of er over groepen justitiabelen met een bepaalde sociaaleconomische achtergrond systematisch andere strafrechtelijke beslissingen worden genomen. De uitkomst van dit methodologisch onderzoek kan worden gebruikt voor verdere kwantitatieve analyse en/of kwalitatief onderzoek naar klassenjustitie.”

Leontien van der Knaap vertelt:
Leontien videobelt met Jennifer

"Het is inspirerend dat ik me mag bezighouden met het volledige scala aan onderwerpen waar het ministerie zich mee bezig houdt."

Projectbegeleider Leontien van der Knaap start in de eerste helft van 2021 met de begeleiding van vijf nieuwe onderzoeken. “Een van de nieuwe onderzoeken is een onderzoek naar het signaleringsinstrument van Halt. De beste voorspeller voor crimineel gedrag is eerder delictgedrag, maar jongeren die bij Halt komen hebben dat vrijwel nooit — in ieder geval geen eerder geregistreerd delictgedrag. Dit onderzoek moet inzicht bieden in de vraag hoe goed het nu gebruikte signaleringsinstrument slaagt in het inschatten van risico- en beschermende factoren voor toekomstig delictgedrag. Er wordt gekeken naar risico op herhaling, criminogene en psychosociale factoren. Dit onderzoek heeft raakvlakken met mijn promotieonderzoek: daarvoor heb ik een vragenlijst ontwikkeld voor jeugdhulpverleners om vaardig gedrag van jongeren in kaart te brengen. Toen ik het Halt-onderzoek op de lijst zag staan wilde ik ‘m graag hebben. Ik ben heel benieuwd hoe het gaat uitpakken.” Van der Knaap werkt sinds 2019 bij het WODC, maar dat is niet voor het eerst: “Ik werkte van 2002 tot 2009 bij het WODC en ben in 2009 naar de Tilburg University gegaan; precies tien jaar later was ik weer terug bij het WODC. Het WODC is boeiend omdat de maatschappelijke relevantie zo evident is. Ook is het inspirerend dat ik me mag bezighouden met het volledige scala aan onderwerpen waar het ministerie zich mee bezig houdt. Ook de onderzoeksmethoden zijn heel divers. Ik krijg met veel verschillende mensen te maken: onderzoekers, maar ook begeleidingscommissies. Daardoor krijg ik een inkijkje in het werk dat andere mensen doen. Dat verbreedt mijn blik.”

Jennifer Kool vertelt:
Jennifer videobelt met collega Hans

”Ik heb het WODC zelfs in deze thuiswerktijd als een heel warme organisatie ervaren."

Jennifer is in november 2020 begonnen als onderzoeker bij het WODC. “Ik beschouw het WODC als een soort onderzoekshub voor criminologische thema’s. De thema’s die onderzocht worden hebben maatschappelijk belang. Zo doe ik nu onderzoek naar de Wet langdurig toezicht. Deze wet is in 2017 en 2018 in werking getreden. Door de Wet langdurig toezicht zijn er nieuwe en langer durende toezichtsvormen mogelijk op bepaalde tbs’ers, zedendelinquenten en ernstige geweldplegers. In bepaalde gevallen is zelfs levenslangs toezicht mogelijk. Effectief langdurig toezicht bestaat uit verschillende factoren. Welke factoren dat zijn, zijn we nu aan het onderzoeken. Ik hoop dat het onderzoek kan bijdragen aan een evenwichtig en doeltreffend toezichtsmilieu.” Ondanks dat Kool nog niet op kantoor heeft gewerkt, voelt ze zich al wel thuis bij het WODC: ”Ik heb het WODC zelfs in deze thuiswerktijd als een heel warme organisatie ervaren. Het team waarin ik werk is erg leuk en ook daarbuiten heb ik fijne mensen leren kennen. Zo heb ik nog steeds contact met collega’s waarmee ik niet direct samenwerk, maar die ik online heb leren kennen bij intervisie en de kerstborrel”. Ook inhoudelijk heeft ze haar plek gevonden: “Iedereen heeft een interessante achtergrond. Veel collega’s hebben promotieonderzoek gedaan of doen onderzoek naar interessante onderwerpen. Het voelt als een intellectuele speeltuin.”

Hans van Netburg vertelt:
Hans videobelt met Willem-Jan

"We zijn meer gaan inzetten op nieuwsvoorziening, en we kijken of er meer interactie mogelijk is door het inzetten van Twitter en LinkedIn."

Webmaster Hans van Netburg werkt al sinds 1986 bij het WODC en heeft al de nodige veranderingen meegemaakt. Ook 2020 was een jaar van grote verandering voor zijn afdeling: Documentaire Informatievoorziening. In 2021 wordt dit de afdeling Communicatie & Informatie. Van Netburg: “We onderhielden drie websites in één systeem en nu werken we met drie systemen: voor WODC.nl, de repository waar alle onderzoeken in staan en het intranet. Je merkt in deze tijd hoe belangrijk goede communicatie over zo’n project is, omdat je niet even bij elkaar kunt binnenlopen. Het is eigenlijk wonderbaarlijk dat we alle deadlines hebben gehaald! In december is de website online gegaan en kort daarna ook de repository. We hopen dat het intranetproject in 2021 net zo goed gaat.” Met de nieuwe website is ook een verandering in gang gezet in de communicatie van het WODC: “We waren eigenlijk gedwongen om de website te verhuizen, omdat het contract afliep per 1 januari 2021. Maar toen zijn we ook gaan kijken: wat kan er beter bij die verandering? We zijn meer gaan inzetten op nieuwsvoorziening, en we kijken of er meer interactie mogelijk is door het inzetten van Twitter en LinkedIn. Ik kreeg heel veel nieuwe dingen voor m’n kiezen. Heel veel zaken hebben we zelf opgelost. Het gaf uitdaging en ook voldoening. Ik vind het leuk om steeds nieuwe dingen te ontdekken op het gebied van webontwikkeling.”

Willem-Jan Verhoeven vertelt:
Willem-Jan videobelt met Gerrit

"Bij het WODC wil ik onderzoek combineren met contact houden met het werkveld en advisering op het gebied van beleid.”

Een van de nieuwste aanwinsten van het WODC is kennislijncoördinator Rechtsbestel Willem-Jan Verhoeven. Hij is 1 mei 2021 begonnen in deze voor het WODC nieuwe functie. “Ik heb vanuit eerdere functies bij de Erasmus Universiteit Rotterdam al behoorlijk wat begeleidingscommissies van het WODC meegemaakt. Ook heb ik een aantal onderzoeken gedaan in opdracht van het WODC over rechtsbijstand en de advocaat bij het politieverhoor. Daardoor heb ik een goed beeld van het soort thema’s waar onderzoek naar wordt gedaan bij het WODC en op wat voor manier, waar het WODC waarde aan hecht. Ik heb op verschillende manieren een kijkje in het WODC kunnen krijgen.” Na zijn universitaire carrière keek Verhoeven uit naar het beleidsonderzoek bij het WODC: “Als wetenschapper verlies je soms de binding met de praktijk: je bent niet bezig met wat er verder met het onderzoek gebeurt. Ik vind dat wel belangrijk, zeker als je in het onderzoek echt aan de slag bent gegaan met de praktijk. In mijn vorige functie combineerde ik onderwijs met besturen, als directeur van de bacheloropleiding. Bij het WODC wil ik onderzoek combineren met contact houden met het werkveld en advisering op het gebied van beleid.”

Uitgelicht onderzoek

Evaluatie Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding

Over het onderzoek
De Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding is in 2017 in werking getreden. De wet maakt het mogelijk om vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen zoals een meldplicht, contactverbod en gebiedsverbod. Het is de bedoeling dat de wet bijdraagt aan de lokale persoonsgerichte aanpak van personen waar een terroristische dreiging van uitgaat. 

Het WODC heeft de wet geëvalueerd. In de onderzoeksperiode (maart 2017 t/m sept 2019) zijn bij zeven personen in totaal elf maatregelen opgelegd. In de meeste gevallen gaat het om personen die zijn uitgereisd naar Syrië of een poging daartoe hebben gedaan, en inmiddels zijn teruggekeerd. De maatregelen blijken met name te worden ingezet in situaties waarbij geen andere middelen voorhanden zijn om toezicht te houden op personen; er zijn geen strafrechtelijke mogelijkheden (meer) voor reclasseringstoezicht en door andere overheidsorganisaties kan ook geen contact worden gelegd. Deze situatie doet zich ook voor als veroordeelden (voor een terroristisch misdrijf) na hun detentie weer vrijkomen en er vanuit het strafrecht geen maatregelen meer kunnen worden opgelegd. De bestuurlijke wet heeft er in deze gevallen voor gezorgd dat toezicht vanuit de overheid nog mogelijk was. 

De maatregelen hebben echter geen bijdrage geleverd aan een proces van de-radicalisering. De maatregelen hebben ook niet geleid tot beter contact met personen en ze hebben evenmin bijgedragen aan meer kennis over gedragingen en denkbeelden van personen. Ook hebben de maatregelen er niet toe geleid dat een goede inschatting kan worden gemaakt van de dreiging die van een persoon uitgaan. Verder is het niet aannemelijk dat door de wet personen geen contact meer kunnen onderhouden met andere geradicaliseerde personen, gezien de mogelijkheden die het internet hiervoor biedt. De verwachtingen ten aanzien van de werking van de wet zijn op deze terreinen dus niet uitgekomen. Het blijkt vooral om een kaal toezicht- en controlemiddel te gaan.

Wat is ermee gebeurd
De minister is voornemens de wet in 2022 met vijf jaar te verlengen en heeft hiervoor inmiddels een wetsvoorstel ter consultatie ingediend. De knelpunten die in het onderzoek naar voren kwamen, bijvoorbeeld over de meldplicht, hebben geleid tot het opnemen van verbeterpunten in de toelichting bij het wetsvoorstel. Het evaluatierapport voorziet daarnaast ook Kamerleden van kennis over de uitvoering en gevolgen van de wet in de praktijk. Zij worden daardoor in staat gesteld om geïnformeerd een mening te vormen over verlenging van de wet. Daarnaast worden de onderzoeksresultaten door andere actoren geraadpleegd - burgers, media, de rechtspleging - bij de meningsvorming over de wenselijkheid van de wet. Over het onderzoek verscheen destijds een artikel in NRC.

Gestel, B. van, Kouwenberg, R.F. (medew.) & Berkel, J.J. van (medew.) (2020). Evaluatie Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding. Den Haag: WODC. Cahier 2020-02.