Het WODC is in beweging: zowel de organisatie zelf als de onderzoeksproducten worden doorontwikkeld. In dit hoofdstuk staan de belangrijkste ontwikkelingen die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden: de organisatie van goede informatiehuishouding en data governance en een stevige rol voor de vertrouwenspersonen ‘ongewenste omgangsvormen’ en ‘wetenschappelijke integriteit’. Ook kijken we vooruit naar 2022, want daar staan een aantal grote projecten op stapel die gaan zorgen voor nieuwe stip op de horizon voor het WODC.
Strategische programmering via kennislijnen
In 2021 is een eerste stap gemaakt met het inrichten van kennislijnen voor het interne onderzoek van het WODC. De huidige kennislijnen zijn gebaseerd op actuele relevante thema’s: Asiel en Migratie, Datamanagement, Jeugdcriminaliteit, Rechtsbestel, Rechtshandhaving en Straffen en Maatregelen. Daarnaast is er nog een onderzoekscluster rond ‘Langdurig Toezicht en Forensische Zorg’. In 2021 zijn alle lopende onderzoeken op thema ondergebracht in een kennislijn. Gedurende het jaar zijn alle coördinatorenfuncties opgevuld en de kennislijnteams bijna geheel op sterkte gebracht.
Deze herinrichting van de afdeling IWB is een direct gevolg van het besluit van het WODC om steeds strategischer en meerjarig te programmeren. Via de kennislijnen vertalen we brede maatschappelijke vraagstukken naar een set samenhangende onderzoeksvragen die vervolgens ook weer in samenhang worden uitgevoerd. Dit gaat versnippering tegen en maakt een bredere aanpak van complexe vraagstukken mogelijk. Bij de programmering raadpleegt het WODC steeds vaker diverse stakeholders. Onze kennisbasis wordt breder én sluit goed aan bij allerlei verschillende rollen, belangen en visies op dat thema. Zo willen we graag nog beter bijdragen aan de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken. En ervoor zorgen dat ons onderzoek beter aansluit bij beleid, politiek en andere stakeholders die daardoor op hun beurt de beschikbare kennis beter kunnen benutten.
WODC'er aan het woord: senior onderzoeker Frans Beijaard
"Hoe meer je te weten komt, hoe interessanter het onderzoek wordt"
De meeste onderzoeken van het WODC worden door externe onderzoeksinstellingen uitgevoerd. Als projectbegeleider ben je daarbij een spin in het web. Van overleggen met het ministerie en onderzoeksvragen formuleren, tot een begroting maken en een uitvoerende partij selecteren. Daarnaast houd je als lid van de begeleidingscommissie oog voor een hoog wetenschappelijk niveau van onderzoek. Dat lijkt een vast stramien, maar elk onderzoek is weer anders. Met als gemene deler: hoe meer je van het onderwerp te weten komt, hoe interessanter het wordt. Zo vond ik in 2021 de verkenning naar tip- en beloningsgelden erg interessant. De combinatie van ervaringen van politiefunctionarissen en gedragswetenschappers sprak me daarin aan. Het blijkt dat de hoogte van de beloning voor burgers en criminelen niet doorslaggevend is om informatie te delen met de politie. Ook het onderzoek naar het spanningsveld tussen jeugdrecht en vreemdelingenrecht blijft me goed bij. Een sterke juridische analyse van twee grote beleidsvelden én concrete handvatten voor de praktijk om de ketensamenwerking te verbeteren. Het is mooi als we daarmee een bijdrage kunnen leveren om zo’n situatie als in 2018 rondom de Armeense kinderen Howick en Lili te voorkomen. Vanaf de laatste maanden van 2021 zit ik in een andere soort beweging. Sinds het vertrek van ons afdelingshoofd, Annelies Daalder, houd ik me samen met Willemien de Jongste en Frank Willemsen meer bezig met management- en organisatiewerk dan met onderzoeken begeleiden. Dat loopt in 2022 door totdat het nieuwe hoofd, Rolf Willemse, is ingewerkt. Daarna kom ik op weer een andere manier in beweging en ga ik me voorbereiden op mijn pensioen.
Datamanagement
Het WODC erkent het belang van onderzoeksdata voor kernwaarden zoals wetenschappelijke kwaliteit en integriteit. Om dit toekomstbestendig vorm te geven hebben is in 2021 binnen de afdeling SIBa een kennislijn Datamanagement opgezet. Deze kennislijn gaat zich de komende tijd richten op data governance: het goed organiseren van het verzamelen, beheren en gebruiken van data, en het vastleggen van afspraken, regels en richtlijnen voor de omgang met data. In 2021 zijn de voorbereidende werkzaamheden hiervoor gestart: er is een data governance programma opgezet waarin casusgericht aspecten m.b.t. datamanagement die nog niet goed geregeld zijn, kunnen worden opgepakt. In 2022 wordt onder meer gewerkt aan het updaten van het WODC databeleid waarin de WODC-brede uitgangspunten voor de verantwoorde omgang met onderzoeksdata (opnieuw) worden vastgelegd.
In 2021 zijn plannen gemaakt om het datamanagement bij het WODC meer te centraliseren. Deze plannen zullen in 2022 en 2023 stap voor stap verder uitgewerkt en geïmplementeerd worden. Zo wordt het team in 2022 versterkt met twee datastewards die allerlei coördinerende en ondersteunende taken bij de verzameling en verwerking van data gaan uitvoeren. Binnenkomende verzoeken en vragen rondom data worden dan centraal verzameld, zodat er meer en beter overzicht ontstaat over de data die binnen het WODC verwerkt worden en de vraagstukken die daarbij komen kijken. De datastewards zullen zelf geen onderzoek doen, maar zorgen ervoor dat de onderzoekers van het WODC op het juiste moment over kwalitatief hoogwaardige data kunnen beschikken.
ONDERZOEK IN DE SPOTLIGHTS
Zicht op de samenhang tussen criminaliteit en rechtshandhaving, inclusief COVID-19
Deze negentiende editie van Criminaliteit en Rechtshandhaving (C&R 2020) brengt de periode 2010 tot en met 2020 in kaart. In 1999 startten het WODC en CBS met wat nu ook wel de Nederlandse ‘cijferbijbel’ op het terrein van criminaliteit en rechtshandhaving wordt genoemd. Sinds 2011 schrijft de Raad voor de rechtspraak aan deze publicatie mee, en nu ook de politie en het Openbaar Ministerie. Daardoor is de expertise verder verbreed.
C&R 2020 is een geval apart, want deze editie gaat ook op hoofdlijnen na hoe de cijfers mogelijk zijn beïnvloed door de COVID-19 pandemie en de eerste lockdown. Het blijkt dat de instroom in de strafrechtsketen in 2020 over het algemeen afnam, hoewel de mate waarin per onderdeel verschilde. Ook was er een verschuiving in de wijze van afdoening en in het type delicten. Opvallend was verder dat de maatregelen tot nieuwe delicten leidden, zoals overtredingen van de mondkapjesplicht en het niet naleven van de 1,5 meter afstand.
Het is verleidelijk om de afname in 2020 aan de COVID-19 pandemie te wijten. In deze publicatie onderzoekt het WODC het daadwerkelijke netto-effect hiervan.
Privacy
Voor een gedeelte van het onderzoek dat het WODC uitvoert en laat uitvoeren is het noodzakelijk om persoonsgegevens te verzamelen. Ook in andere processen, zoals het organiseren van webinars en het versturen van nieuwsbrieven, worden persoonsgegevens verwerkt. Het WODC dient daarbij te voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld aan de bescherming van persoonsgegevens in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en andere relevante wet- en regelgeving. De toenemende complexiteit van enerzijds het verwerken van gegevens en anderzijds de wet- en regelgeving daaromtrent, zorgt ervoor dat voldoen aan de AVG continu aandacht vraagt van de organisatie en haar medewerkers.
Sinds 2021 wordt voor elke voorgenomen verwerking van persoonsgegevens een zogenaamde PIA pre-scan uitgevoerd. Dit is een beslisboom met criteria van de European Data Protection Board en de Autoriteit Persoonsgegevens, op basis waarvan wordt bepaald of het nodig is om een Data Protection Impact Assessment (DPIA) uit te voeren. Onder begeleiding van de privacy officer zijn 27 DPIA’s uitgevoerd in 2021. Ook zijn afspraken met andere organisaties over de uitwisseling van gegevens verder versterkt.
Aan het privacybewustzijn van medewerkers is aandacht besteed via de in 2021 geïntroduceerde e-learning Hoe alert ben jij? Deze e-learning is door het hele ministerie van Justitie en Veiligheid gevolgd. Ook zijn de procedures voor het melden van incidenten van een update voorzien. Het WODC heeft in 2021 eenmaal een datalek moeten melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
ONDERZOEK IN DE SPOTLIGHTS
Verplichte reguliere zorg in plaats van of na een (straf)rechtelijke maatregel: reflecteren en verbeteren
Personen met een verstandelijke beperking of psychische problematiek hebben specifieke zorg en begeleiding nodig in of naast het strafrechtelijke kader. In 2019 en 2020 is de Wet forensische zorg (Wfz) in werking getreden, met als belangrijk doel om forensische patiënten de juiste zorg te geven, zodat ze na hun straf of maatregel weer veilig kunnen terugkeren in de samenleving. Het WODC voert een vijfjarig onderzoeksprogramma uit dat de Wfz evalueert. Het eerste deelonderzoek richt zich op artikel 2.3 Wfz, dat het mogelijk maakt om na of in plaats van een strafrechtelijk kader verplicht reguliere zorg te geven.
In de media is vooraf veel aandacht geweest voor dit wetsartikel. Vooral omdat men bang is dat mensen met risicovol gedrag daardoor vaker in de reguliere geestelijke gezondheidszorg belanden. De beleidsdirectie van het ministerie vroeg het WODC dit onderzoek als eerste uit te voeren om zo relatief snel meer inzicht te hebben in de eerste cijfers over de mate van toepassing en de praktijkervaringen van professionals.
De 50 geïnterviewde professionals van onder meer het Openbaar Ministerie en de ggz geven aan dat er allerlei praktische en juridische hindernissen zijn. Maar de onderzoekers zien ook mogelijkheden voor verbetering. De beleidsdirectie van het ministerie heeft inmiddels een werkgroep geformeerd om te reflecteren op en uitvoering te geven aan de aanbevelingen in het rapport.
Communicatie
Het WODC heeft tijdens de reorganisatie forse ambities uitgesproken op het gebied van communicatie. We willen onze kennis op een toegankelijkere manier ontsluiten. Niet alleen richting het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook naar het brede veld van stakeholders, variërend van beleidsmedewerkers, professionals, betrokken burgers en de media. In 2021 bouwden we daarom voort aan het nieuwe team Communicatie & Informatie, dat tijdens de reorganisatie is voortgekomen uit de afdeling Documentaire Informatievoorziening. In aanvulling op de al eerder aangetrokken senior communicatieadviseur startte in 2021 ook een nieuw hoofd met langjarige communicatieachtergrond. Gedurende het jaar zijn bestaande werkprocessen vastgelegd en verbeterd, bereidden de medewerkers zich voor op nieuwe taken en ontstond er in gezamenlijkheid een visie op het verandertraject gebaseerd op 4 pijlers: de groei van het team, de inbedding van communicatie in onderzoeksprojecten, het op orde brengen van zowel de basisfaciliteiten als de werkwijze van C&I.
Vertrouwenspersonen
Het WODC kent twee soorten vertrouwenspersonen: de vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen (IOO) en de vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit (WI). Beide rollen worden ingevuld door twee mensen.
De vertrouwenspersonen hebben in 2021 gewerkt aan het vergroten van hun bekendheid binnen het WODC. Zo zijn zij vanaf eind oktober 2021 gezamenlijk langs de kennislijnen en afdelingen van het WODC gegaan om hun zichtbaarheid te vergroten en de stap naar hen zo laagdrempelig mogelijk te maken. Ze zijn digitaal of fysiek aangesloten bij de bijeenkomsten en hebben verteld over hun functie, en waarvoor collega’s bij hen terecht kunnen. Er was ruimte voor vragen en gesprek. Naast de voorstelronde hebben de vertrouwenspersonen een deel van het programma verzorgd op een WODC-brede bijeenkomst in november, om collega’s te laten nadenken over ongewenste omgangsvormen, integriteit en wetenschappelijke integriteit, waarbij vragen, stellingen en dilemma’s zijn voorgelegd.
Vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen
Per 1 april 2021 zijn bij het WODC twee vertrouwenspersonen Integriteit en Overige Omgangsvormen (IOO) begonnen. Zij hebben in 2021 allebei de Basisopleiding Vertrouwenspersonen van het Opleidingsinstituut van de Dienst Justitiële Inrichtingen afgerond.
De vertrouwenspersonen IOO zijn het aanspreekpunt voor medewerkers van het WODC bij vermoedens van integriteitsschendingen, met uitzondering van de wetenschappelijke integriteit, en wanneer medewerkers last hebben van ongewenste omgangsvormen. Daarnaast spelen ze een rol in het creëren van een gezonde en veilige bedrijfscultuur en zoeken ze daarin afstemming met de preventiemedewerker. Ten slotte adviseren de vertrouwenspersonen IOO aan het management van het WODC.
De vertrouwenspersonen IOO zijn onderdeel van het intervisienetwerk van het Bestuursdepartement van JenV, en nemen actief deel aan de activiteiten die worden georganiseerd door de Landelijke Eenheid Vertrouwenswerk JenV.
In totaal hebben de vertrouwenspersonen IOO van april 2021 tot januari 2022 minder dan 10 gesprekken gevoerd, met minder dan 5 personen. Al deze gesprekken lagen op het terrein van ongewenste omgangsvormen.
WODC'er aan het woord: privacy officer Erik Leertouwer
"Juist omdat we transparant willen zijn, is het belangrijk dat ik meekijk"
Privacy is een onderwerp dat de laatste jaren enorm in beweging is. Natuurlijk door de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), maar ook door de steeds vaker zichtbare risico’s van persoonsgegevens verzamelen. Denk aan datalekken en diefstal van persoonsgegevens of wat er kan gebeuren als de overheid specifieke persoonskenmerken registreert en die onjuist gebruikt. Ook in de WODC-onderzoeken worden persoonsgegevens verzameld. Het is goed dat ik steeds vaker al vóór de start van het onderzoek kan meekijken naar de inrichting ervan. Juist omdat je als overheidsorganisatie transparant wilt zijn over wat je doet. Het gaat niet over wat niet mag, maar over hoe je je onderzoek zo opzet dat je aan de privacyregels kunt voldoen.
Bij onderzoeken met bepaalde gevoelige gegevens, zoals strafrechtelijke gegevens of herkomstgegevens, voeren we vooraf een extra risicoanalyse uit via een Privacy Impact Assessment (PIA). Zo bepalen we of persoonsgegevens echt nodig zijn en hoe we eventuele risico’s kunnen verkleinen. Bijvoorbeeld: zijn specifieke herkomstgegevens noodzakelijk of kunnen die in grotere groepen worden opgedeeld? Met gesprekken, voorbeelden en e-learning probeer ik collega’s steeds bewuster te laten omgaan met gevoelige informatie. Dat heeft zeker raakvlakken met mijn recente nieuwe rol als vertrouwenspersoon. Ook daarin is een stuk bewustwording nodig. Hoe ga je om met elkaar? Waar liggen grenzen? En is er een laagdrempelige plek om over daarover te praten bij twijfels? Ik vind het belangrijk dat onze organisatie in alle opzichten veilig is. Daar draag ik graag mijn steentje aan bij.
Vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit
De vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit (WI) zijn het aanspreekpunt voor medewerkers en externen bij vermoedens van schendingen van de wetenschappelijke integriteit door medewerkers van het WODC. Daarnaast spelen ze een belangrijke rol voor het onderhouden van een cultuur van goede onderzoekspraktijken waarin de principes van wetenschappelijke integriteit worden nageleefd. Ten slotte adviseren de vertrouwenspersonen WI aan het management van het WODC over wetenschappelijke integriteit. Sinds 1 september 2021 is er een nieuwe vertrouwenspersoon WI, die inmiddels de Basisopleiding Vertrouwenspersoon van Van Oss & Partners heeft afgerond.
De vertrouwenspersonen WI hebben een webinar georganiseerd voor alle medewerkers van het WODC met als gastspreker Ton Hol. Hij is voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van het WODC en coauteur van de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. In het webinar deelde hij zijn ervaringen als voorzitter van verschillende commissies wetenschappelijke integriteit. Een van de vertrouwenspersonen heeft in 2021 de opleiding tot virt2ue-trainer afgerond en binnen en buiten het WODC meerdere trainingen en workshops verzorgd over wetenschappelijke integriteit.
De vertrouwenspersonen WI hebben bovendien aansluiting gezocht bij het Netherlands Research Integrity Network (NRIN). Het NRIN organiseert activiteiten met het speerpunt integriteit in wetenschappelijk onderzoek. Ook zijn er vanuit het NRIN intervisiebijeenkomsten gestart met andere vertrouwenspersonen WI van universiteiten.
In totaal hebben de vertrouwenspersonen WI in 2021 minder dan 10 gesprekken met minder dan 10 personen (medewerkers van het WODC en externen) gevoerd. In 2021 is er geen klacht ingediend bij de Commissie wetenschappelijke integriteit (CWI).
Informatiehuishouding
Als gevolg van de verzelfstandiging van het WODC en naar aanleiding van de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) is informatiehuishouding in 2021 een belangrijk onderwerp geworden. Rijksbreed startte het project Open op Orde. Als gevolg daarvan startten het WODC met het project Effectiever Werken, met als doel het beter inrichten van onze manier van werken, waarmee ook onze informatiehuishouding wordt aangepakt. Dit leidde in 2021 tot een Actieplan 1.0 en Actieplan 2.0 waarmee gelden uit de POK-financiering kunnen worden aangevraagd. We beschreven onze huidige manier van werken rond ons (primaire) onderzoeksproces. Twee externe adviseurs hebben een Plan van Aanpak Informatiehuishouding geschreven, waarmee de focus voor de komende jaren is bepaald. In hoeverre hier een vervolg aan kan worden gegeven, is voor een belangrijk deel afhankelijk van toekenning van de POK-gelden, die begin 2022 zullen worden toegewezen.
Vooruitblik
In 2022 zullen de werkafspraken rond de kennislijnen van IWB verder verduidelijkt worden. Ook worden de kennislijn-programmateksten opgesteld en besproken met stakeholders, zoals de departementen van ministeries.
De rol van communicatie in onderzoeksprojecten zal verder worden versterkt: communicatie wordt al in een eerder stadium betrokken en er zullen vaker passende communicatiemiddelen gemaakt worden, zoals webinars of infographics. Ook informatiehuishouding blijft een belangrijk speerpunt, waarin allerlei stappen gezet zullen worden rond bijvoorbeeld datamanagement en archivering.
Verder staat 2022 ook in het teken van een zelfevaluatie en visitatie (over de jaren 2016-2021). Daarin wordt gekeken naar de wetenschappelijke kwaliteit van het werk, de beleidsmatige en maatschappelijke relevantie en impact en de toekomstbestendigheid van het WODC.