Ruim 60.000 migranten zijn sinds 1992 vanuit Nederland met de hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) – het VN migratieagentschap – vrijwillig teruggekeerd naar hun land van herkomst. Oftewel, een gemiddeld aantal van 2.400 migranten per jaar. Welke keuzes migranten ook maken, er gaat vaak een heel proces aan vooraf.

De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), opgericht in 1951, is uitgegroeid tot de belangrijkste internationale organisatie ter wereld op het gebied van migratie. IOM is aangesloten bij de Verenigde Naties. Uitgangspunt voor IOM is dat humane en ordelijke migratie zowel migranten als de gehele samenleving ten goede komt.

Sinds 1991 heeft IOM een kantoor in Nederland. De projecten van de IOM Nederland liggen op het gebied van vrijwillige terugkeer en herintegratie, de overkomst van vluchtelingen die in aanmerking komen voor hervestiging, gezinshereniging, het bevorderen van integratie en arbeidsmarktparticipatie en tijdelijke uitzendingen van hoger diaspora experts naar hun land van herkomst. Meer over de IOM op https://iom-nederland.nl/
 

Onderzoek naar bepalende factoren

Wat geeft de doorslag bij de keuze om wel of niet terug te keren naar het land van herkomst? Ook de IOM heeft hier onderzoek naar gedaan. Een populaire en breed geaccepteerde benadering om migratiebeslissingen te begrijpen is die van de push en pull-factoren. Deze benadering richt zich op determinanten waardoor iemand zijn/haar land verlaat (push-factoren) en besluit om naar een ander land te migreren (pull-factoren). Maar niet alles kan daarmee worden verklaard. Om beter te kunnen begrijpen waarom de keuze kan vallen op blijven en dus niet op terugkeer, is het ook belangrijk om te kijken naar de zogenaamde stay en deter-factoren, zoals die in het onderzoek ‘Reaching Out to the Unknown: Native counselling and the decision-making process of irregular migrants and rejected asylum seekers on voluntary return’ van de IOM in 2008 benoemd zijn. Het gaat dan om factoren in Nederland die bepalen dat iemand hier wil blijven en factoren in het land van herkomst die maken dat een migrant niet wil terugkeren. Er zijn nog meer manieren om terugkeermigratie in een theoretisch modellen te vatten. Ook de combinatie van wil en capaciteit om terug te keren speelt een rol, evenals de mate waarin iemand beschikt over financiële middelen, informatie en een sociaal netwerk. Ook spelen factoren op macro- en microniveau, respectievelijk de politieke-, economische- en veiligheidssituatie en de individuele situatie van de migrant, zoals gezondheid en familieomstandigheden vaak een belangrijke rol. In de praktijk komen counselors van IOM dagelijks deze overwegingen van migranten tegen.

Santosh in Nederland. De foto aan het begin van het artikel is gemaakt in het restaurant van Santosh in Sri Lanka. Op de foto is hij in gesprek met een medewerker van de IOM.

Het verhaal van Santosh

Santosh (naam gefingeerd), is een van de migranten, die door de IOM begeleid werd.  Het nemen van een besluit over al dan niet terug te keren vond hij uiterst moeilijk. Hij ontvluchtte Sri Lanka en als kwartiermaker voor zijn gezin kwam hij naar Nederland. Het plan was dat hij asiel zou aanvragen en daarna door middel van gezinshereniging zijn vrouw en kind zou laten nareizen.

Santosh: “Ik had niet verwacht dat mijn asielaanvraag zou worden afgewezen. Natuurlijk ging ik in beroep tegen de uitspraak. Maar ook dat mocht niet baten. Ik heb het nog een paar keer geprobeerd, omdat mensen om mij heen zeiden dat mijn advocaat fouten had gemaakt en omdat mijn familie thuis zo veel van mij verwachtte.”

Santosh was – zo ver mogelijk zonder status – goed geïntegreerd in Nederland. Hij deed vrijwilligerswerk, sportte graag en ging van Nederland houden. Nadat hij in vreemdelingenbewaring werd geplaatst, begon hij terugkeer als optie met zijn vrouw te bespreken. “Dat waren geen makkelijke gesprekken en we hebben vaak hierover vaker ruzie gehad. Voor haar was het moeilijk te begrijpen waarom ik niet in Nederland wilde en kon blijven en waarom zij niet naar Nederland kon komen. Het is niet makkelijk om dat aan iemand uit te leggen die de situatie niet kent.”

Nadat hij weer vrij werd gelaten uit het detentiecentrum, ging Santosh voor het eerst in gesprek met een van de counselors van de IOM om meer informatie in te winnen over de ondersteuning die de IOM kan bieden. Dat waren in eerste instantie vooral verkennende gesprekken zonder officiële aanvraag voor terugkeerondersteuning. Tussen de gesprekken lagen ook vaak een aantal weken, soms maanden. Santosh is hier geen uitzondering in. De IOM ziet vaker migranten, die naar de IOM spreekuren komen om met een counselor te sparren en wat informatie te verkrijgen, zonder dat die al concrete stappen te zetten. Het is voor de IOM belangrijk om voor de migrant een klankbord te kunnen zijn. Daarom zijn de gesprekken met hen ook altijd vertrouwelijk en wordt er geen informatie uitgewisseld met derden.

Santosh worstelde, naast de verantwoordelijkheid, die hij voelde voor zijn gezin en het geworteld voelen in Nederland, nog met de vraag hoe hij in zijn levensonderhoud zou moeten voorzien na terugkeer. Hoe kon hij zo snel mogelijk zo veel geld verdienen dat hij zijn boodschappen en andere eerste levensbehoeftes kon betalen? Hij was immers lang weg geweest. Het is meestal niet één bepalende factor die iemand doet besluiten al dan niet terug te keren, weet de IOM uit ervaring.

Santosh: “Nadat ook mijn laatste aanvraag voor een verblijfsvergunning niet werd ingewilligd was ik er klaar voor. Ik wilde niet langer in Nederland blijven zonder een toekomst op te kunnen bouwen.” Santosh verzocht het IOM om hem te ondersteunen met het organiseren van zijn terugkeer.

Een half jaar nadat hij terug was in Sri Lanka kreeg het IOM bericht dat het restaurant dat Santosh heeft geopend zoveel inkomen genereerde dat hij en zijn gezin ervan kunnen leven. Nog een paar maanden later vertelde  Santosh het IOM dat hij weer vader was geworden. Santosh: “Ik mis mijn vrienden en Nederland nog steeds maar ik kan nu in de toekomst blikken zonder mij zorgen te moeten maken of ik weer opgepakt word en me af moet vragen wanneer ik mijn gezin kan zien.”